zaterdag 18 april 2015

Lenteslaap en dromen - deel 2


                                                                 Bron: Pinterest.com

Dromen fascineren me al sinds mijn kindertijd. Vanaf de leeftijd van negen jaar houd ik droom’nacht’boeken bij en tijdens mijn studies psychologie heb ik enkele droomonderzoeken gedaan. Over het waarom we dromen zijn de meningen nog steeds erg verdeeld, maar dat we er altijd al door geboeid zijn staat vast. Het oudste geschrift (2000-1790 v.c.) werd in Egypte gevonden, namelijk een papyrusrol met zo’n tweeduizend opgeschreven dromen. Het blijkt dat de dromen qua inhoud niet zoveel verschilden als de hedendaagse dromen: dood, bezit, verlies, geboorte etc. waren courante onderwerpen. De auteur van deze dromen beweerde dat goede mensen goede dromen hadden en slechte mensen slechte dromen. Een wel erg simplistische eerste verklaring.



Laten we een flinke stap voorwaarts in de tijd maken, naar de eeuw van de verlichting. De Engelse filosoof Hobbes verklaarde dromen als reacties op lichamelijke prikkels: zo gaven koude voeten angstige dromen. Descartes echter beweerde: ‘dromen is denken, en denken is dromen’.

Iedereen kent de grondlegger van de Traumdeutung (droomduiding): Freud. Hij was de eerste die zich er serieus en diepgaand mee bezighield. Volgens Freud is een droom een Koninklijke weg naar het onderbewuste, dromen verbinden het onderbewuste met het bewuste en doormiddel van het decoderen van de droomsymbolen kunnen de problemen van een patiënt en de oorzaak daarvan blootgelegd worden. Tegenwoordig ziet men het anders; dromen verbergen conflicten niet, maar onthullen ze juist. Mijn favoriet Jung, hoewel eerst leerling van Freud, zag het anders: de droom als uitdrukking van ervaringen, als een archaïsche taal die zich uitdrukt in visuele en auditieve beelden. Welke betekenis de symbolen, de taal van de droom heeft, is afhankelijk van de persoon en zijn leefwereld.

Voorgaande theorieën waren afkomstig uit een tijdperk waarin men zich nog niet wetenschappelijk met de droomwereld bezighield. Zoals eerder aangegeven gebeurde dit pas in de eerste helft van de twintigste eeuw, toen het EEG en EOG gemeten kon worden. Kleitman was de eerste die de hypothese opperde dat men wel eens kon dromen wanneer er tijdens de slaap snelle oogbewegingen voorkwamen. Zijn uitvoerig onderzoek bracht aan het licht dat de Remslaap de droomslaap was en dat men iedere nacht meerdere malen droomde, zelfs al kon men zich daar niets van herinneren. Maar hoewel men nu wist dat men droomde, kon men nog altijd geen eenduidige verklaring voor het fenomeen geven.

Er volgden rationeel getinte theorieën, zoals deze van Dr. Hobson en Dr. McCarley waarin ze stelden dat een droom het resultaat is van de cortex die signalen van de hersenstam probeert te duiden. Op die theorie voortbouwend kwam die van Dr. Crick en Dr. Mitchison. Zij beweerden dat de Remslaap de cortex vernieuwd door zenuwcellencircuits te ontlasten: dromen om te vergeten. Er kwam veel tegenwind op deze nuchtere theorieën, vooral van droompsychologen, omdat ze dromen als een zinloos proces, waar je niets uit kunt leren, omschreven. Psychoanalytici zien dromen namelijk als getransformeerde boodschappen van onze onbewuste geest en door met dromen te werken, krijgen we inzicht in wat er bewust en onbewust in ons omgaat.

Dr. Laberge was een van de eersten die zich met het lucide dromen bezighield. Lucide dromen zijn dromen waarin je aan het stuur staat, waarin je bewust bepaalt wat je droomt en hoe deze verloopt. Laberge had een methode ontwikkeld om dit te activeren: een rood lichtje telkens wanneer er snelle oogbewegingen optraden. Dat zou de slaper eraan herinneren dat hij op dat moment aan het dromen was en hem de mogelijkheid geven om de droom te sturen. Laberge meende namelijk dat persoonlijke betrokkenheid bij een droom heilzaam kon werken. Hoewel het mijn favoriete soort van dromen is en het me al een paar maal per ongeluk overkomen is, ben ik nog niet zover dat dit me iedere nacht lukt. Er wordt echter beweerd dat je dit kunt trainen, zodat je iedere nacht lucide droomt. Ik heb er, jammer genoeg, nog niet het geduld voor gehad.

Ondertussen heeft men ontdekt dat men niet enkel tijdens de Remslaap droomt, maar ook tijdens de diepe slaap. Deze dromen zouden wel minder levendig zijn en moeilijker om te onthouden.

Dat we de Remslaap nodig hebben staat vast, want wanneer men deze tijdelijk onderdrukt, komt het later in volle hevigheid opzetten. Toch kan het onderdrukken van Remslaap in sommige gevallen heilzaam werken (later hier meer over).

Ik vrees dat wie gelijk heeft over de reden waarom we dromen nog een tijdje in het ongewisse zal blijven. Misschien dat de technologische doorbraak, waar ik het later in dit artikel over heb, eindelijk aan het licht zal brengen waarom we dromen. En misschien zal het nog vele eeuwen, zo niet altijd, een mysterie blijven.

Zijn dromen seizoensgebonden? Intenser of levendiger tijdens de lente en zomer? Nee, voor zover we momenteel weten niet. Het enige dat hierover bekend is, is dat men intenser en meer droomt wanneer men zich depressief voelt. Bijgevolg, als men lijdt aan een depressie die seizoensgebonden is, een winterdepressie dus, zal men minder (hevig) dromen tijdens de lente. Mensen die antidepressiva slikken zullen ook minder Remslaap krijgen en niet zelden voelen ze zich daardoor beter.

Slaapproblemen en depressie komen vaak samen voor. In 2002 onderzocht ik samen met neuroloog Al de Weerd, gerenommeerd slaapdeskundige en oprichter van meerdere slaapcentra, bij 379 patiënten depressieve gevoelens in relatie tot diverse slaapproblemen. Het resultaat was wel naar verwachting, maar nog steeds schokkend, want het toonde aan dat er een hoge kans is op depressieve gevoelens bij vele, zo niet de meeste, slaapproblemen, zelfs bij die van lichamelijke aard zoals snurken en ademstops.

Als slaapanaliste bekijk ik het slaappatroon en zoek ik naar afwijkingen in de opbouw, het EEG, de ademhaling etc. Ik krijg vaak de vraag of ik ook kan zien wat iemand droomt. Teleurstellend moet ik daar negatief op antwoorden. Ik zie uiteraard wel wanneer de persoon aan het dromen is en of het een rustige of intense droom is (aan de frequentie van de oogbewegingen), maar de inhoud wordt jammer genoeg niet weergegeven. Dat is dus waar het EEG nog steeds tekortschiet, hier hapert het verhaal en laat het een lacune achter.

Nachtmerries, een REM-gebonden fenomeen, kunnen diverse oorzaken hebben: een depressie, een periode van stress, of veranderingen. Hoewel men uiteraard door middel van een gesprek veel te weten kan komen, zou het interessanter en meer verhelderend zijn indien men zou zien waarover de persoon aan het dromen is. Het zou duidelijkere antwoorden opleveren en zo de diagnose en behandeling kunnen ondersteunen. Er is echter goed nieuws, want wetenschappers zijn dicht in de buurt van een dergelijke uitvinding. Goed, het lijkt me dat niet iedereen hier positief op zou reageren. Schaamte en het geen controle hebben over het onderwerp waarover men droomt, zullen velen ervan weerhouden tijdens de slaap in hun hoofd te laten meekijken.

In 2009 kwam ik daarom op het idee voor het kortverhaal ‘Jules’ nachtmerrie’. Hier komen we in een wereld terecht waar de dromen van iedereen in beelden omgezet worden. Uiteraard maakt de regering hiervan misbruik: ze gebruiken het om de burgers te controleren. Het zou me niet verbaasd moeten hebben, maar dat deed het toch toen mijn man mij wees op een artikel dat in september 2011 in De Morgen verscheen. Daarin staat en ik citeer: ‘Amerikaanse wetenschappers hebben een methode ontwikkeld om hersengolven te reconstrueren tot videobeelden. Dat zet de deur open voor het opnemen en afspelen van onze dromen. (…) Je dromen uploaden naar YouTube of in het hoofd kijken van een comapatiënt. Het lijkt sciencefiction, maar de wetenschappers van de University of California in Berkeley zijn er wél in geslaagd om de visuele activiteit van proefpersonen te decoderen en vervolgens opnieuw te reconstrueren.

Fictie wordt realiteit! En dat amper twee jaar na het verschijnen van mijn kortverhaal. Dat toont maar weer eens aan dat technologie tegenwoordig zo snel gaat dat je het als sciencefictionschrijver nog amper kan voorblijven of bijbenen. Hoewel ik het ook eng zou vinden om mijn dromen zonder hiaten te kunnen aanschouwen, zou ik mij toch als proefpersoon aanbieden. Eindelijk eens mijn dromen in een verhaal omgezet te zien worden, lijkt mij een erg fascinerend (en beschamend) avontuur. Misschien een idee voor de toekomst in plaats van boeken of films: het verkopen van dromen…
Mel Hartman
Hier enkele van mijn gratis fictieboeken en verhalen waar dromen een belangrijke rol in spelen:
Reeks:
Kortverhalen:
Reisgids (fictie!):
Reisgids voor de droomwereld: een bestemming zonder veiligheidsgordels en reisdocumenten

Geen opmerkingen:

Een reactie posten