De tweelingbroers Broederland wonen in een afgelegen bos,
waar ze zich bezighouden met verboden boeken en hun gitaar. Tot een catastrofe
hen van huis verjaagt. Ze trekken een vijandige wereld in waar alles draait om
religie en de winning van grondstoffen. Maar waarin schuilt het grootste
gevaar? In de opengebarsten aarde, in andere mensen of in henzelf? Auke Hulst
toont zich andermaal een meester in het oprekken van literaire grenzen en
dringt hij diep door in de belevingswereld van jonge mensen die buiten de
samenleving staan.
Wat een schrijftalent! Eerder las ik al 'Slaap zacht, Johnny
Idaho', een verhaal waar ik helemaal verknocht aan was en mezelf na het lezen voorhield:
het volgende boek van Hulst moet ik ook lezen. En daar heb ik dus absoluut geen
spijt van.
Titus en zijn broer leven in een wereld waar tweelingen als
duivelsgebroed worden beschouwd. Normaal worden ze bij de geboorte vermoord,
maar hun vader kreeg het niet over zijn hart en sindsdien leven ze gedrieën afgeschermd van de buitenwereld. Tot op de dag dat een groot gat, het
zinkgat, in de aarde ontstaat en het alsmaar groter en groter wordt, het
schrokt het huis van de broers op, daarna het dorp en zo verder en verder. Hun
vader sterft de nacht voor ze met zijn tweeën de wijde wereld intrekken, dus ervoor vluchten.
Waar en wanneer vindt dit verhaal plaats? Geen flauw idee.
Dat is een van de mysteries waar Hulst vaker gebruik van maakt (toch de twee
boeken die ik gelezen heb). Het is alleszins niet onze tijd en wereld, maar ook
weer wel, het is fantasie, maar ook weer helemaal niet. Hoe dan ook is het een
intrigerende wereld die ontzettend geloofwaardig omschreven wordt, deels omdat het zo dicht bij de werkelijkheid blijft.
De liefde, de band en de vriendschap die beide broers voor
elkaar voelen is geraffineerd en diep weergegeven; je kunt niet anders dan
sympathie voor hen beiden voelen. Hulst is sterk in het neerzetten van echte
emoties, rauw en eerlijk, scherp en tot in de kern gaand. Net als met de
gedachten en beweegredenen van de personages: alsof de auteur beide broers
geweest is en niet enkel verzonnen heeft.
Je volgt de broers op hun zoektocht naar de zee; dat is
hun ultieme bestemming, hoewel de ene niet gelooft dat die bestaat. Gaandeweg
leer je hen, en de nogal harde, ouderwetse wereld waar ze doorheen lopen,
kennen. Twee broers die ontzettend van elkaar houden, qua uiterlijk elkaars
evenbeeld zijn, maar niet meer verschillend konden zijn qua karakter.
Prachtige zinnen rijgen de gebeurtenissen aan elkaar. Neem
nou deze: 'Zwijgend kauwt hij zijn soep - een zinloze bezigheid - en ik speel
met mijn eten. Vaders blik is gericht op onze handjes en ons kromme bestek. ...
Hij tikt zijn as af in een mok waarvan het glazuur bladdert, zijn ogen vol
gedachten.' Dat is beeldend en poëtisch tegelijkertijd.
Of deze: 'Als ik naar haar keek, zag ik al het voorspook van
de herinnering.' Je weet meteen wat de auteur bedoelt, maar het is bij mijn
weten nooit eerder zo mooi verwoord.
Een verhaal over trouw, broederliefde, overleven, hoop en
gemis, eigenlijk een verhaal dat gaat over heel veel menselijks, en dat in een
fascinerende vreemde wereld die toch ontzettend herkenbaar is.
Auke Hulst is een rasverteller!
Auke Hulst
ISBN: 9789026333477
Uitgeverij: Ambo/Anthos
Pagina's: 267
Prijs: 19,99
Geen opmerkingen:
Een reactie posten