Een vrouw
heeft zich teruggetrokken in de bossen, op de vlucht voor een vijandige
maatschappij. Ze zit er te schrijven. En ze heeft daar haast mee, want haar
lichaam en de wereld om haar heen verkeren in een staat van afbraak. Voorheen
was ze psychologe. De mensen met wie ze zich in de bossen heeft verschanst zijn
drop-outs die offline zijn gegaan en hun geïmplanteerde chip hebben verwijderd.
Ze behoren tot de geprivilegieerde groep die in het bezit is van een andere
helft. Een kloon.
In deze
dystopische roman verkent Marie Darrieussecq de grimmige consequenties van een
door informatica, technologie en medisch fanatisme beheerste totalitaire
samenleving.