Laatst las ik een boek waar doppelgängers in vermeld worden en dat deed me denken aan enkele vreemde voorvallen uit mijn verleden. Let op: doppelgängers zijn niet hetzelfde als dubbelgangers. De laatste zijn look-a-likes, personen die op elkaar lijken en verder niets. Doppelgängers zijn veel meer dan dat en na wat opzoekwerk: blijkbaar ook veel enger.
Volgens Wikipedia is een doppelgänger: ‘…een wezen dat in fictie,
folklore en popcultuur een vrijwel exacte kopie vormt van een andere persoon.
Doorgaans (maar niet altijd) betreft deze persoonlijkheid niettemin een
(bovennatuurlijke) kwaadaardige tegenhanger, symboliseert hij het kwade of is
het zien van een doppelgänger
een voorteken daarvan.’ Er zijn waargebeurde, goed gedocumenteerde voorvallen bekend van doppelgängers, zelfs met tientallen getuigen. Ik zal het er hier nu niet verder
over hebben, maar het is zo te vinden op het internet (hint: Emilie Sagée).
Ik geef toe: ik kreeg rillingen en huivers na het lezen van de uitleg, want ik heb namelijk
twee doppelgängers of één die al
tweemaal verscheen. Zo’n vijftien jaar geleden werkte ik in een slaapcentrum in
Antwerpen. Aangezien mijn man Nederlander is, waren we tijdens de weekenden
vaak op bezoek bij vrienden en familie in Nederland. Op een maandag zei een
collega: ‘Melissa, waarom deed je zo raar zaterdag toen ik je aansprak?’
‘Hoezo? Ik heb je
niet gezien,’ zei ik. ‘Waar dan?’
‘Op de grote markt.’
‘In Antwerpen?’
‘Ja.’
‘Maar ik was in
Nederland het ganse weekend.’
‘Het was echt jou,’
hield hij vol. ‘De lengte, je gedrag, de manier waarop je rookt, je gezicht.
Het was echt jou.’
Het ging nog zo’n
tijdje door en ontkenning, ongeloof en verbouwereerdheid volgden al snel. Het
is namelijk zo dat ik met mijn lengte van 1m85 niet zo makkelijk met iemand
anders verward kan worden. Bovendien was die collega naar de doppelgänger toegelopen
en had haar (mij) aangesproken. Uitermate bizar dus.
Maar goed, ik vergat
het voorval, tot tien jaar later in Oostende. Een vrouw die ik voor het eerst
ontmoette zei: ‘Hé, herken je me niet?’
Ik heb nogal een
slecht geheugen, dus antwoordde ik weifelend: ‘Euh, nee, sorry.’
‘In Noorwegen. Op het
werk daar!’ (Het kan ook een ander Scandinavisch land geweest zijn: geheugen,
weet je nog.)
‘Ik ben nog nooit in
Noorwegen geweest,’ zei ik. ‘Dus dat kan niet.’
‘Jeetje.’ Ze keek me
aan alsof ze me absoluut niet geloofde en Pinoccio meteen bij me in de leer kon
gaan. ‘Ik zou zweren dat jij het was, echt!’
Op dat moment kreeg
ik kippenvel, want ik herinnerde me weer het voorval van tien jaar eerder. Had
ik nu al twee dubbelgangers? Of waren het doppelgängers?
Doppelgängers kunnen
op twee manieren voorkomen. Ten eerste als een schaduw van jezelf, die jij
alleen kunt zien en verschijnt als voorbode van jouw dood. Zie je jezelf, dan
zul je snel daarna sterven (spiegels uitgezonderd, mensen). Oef, oef, ik had
mijn andere ik niet zelf gezien, anderen hadden dat gedaan. In dat geval,
wanneer anderen je doppelgänger gezien hebben, is de theorie dat je
onbewust of bewust een projectie van jezelf naar een andere locatie hebt
gestuurd. Nou, dan was het in mijn geval zeker onbewust, zo barslecht is mijn
geheugen nou ook weer niet. Deze dubbel is exact hetzelfde als het origineel en
kan bovendien communiceren met anderen. Als dat het geval geweest was en ik
mezelf had geprojecteerd, dan zou ik me eerder naar de Bahamas hebben gestuurd,
of Hawaï. Nee, dat lijkt dus ook niet op mij van toepassing te zijn.
De enige ‘logische’ verklaring is dat het dubbelgangers geweest moeten zijn,
en niet doppelgängers. Tenzij… en daar gaat mijn fantasie weer: er valt ook wat
te zeggen over klonen…
Mel Hartman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten