In De
weldoeners van Andrew Ridker zit Arthur Alter in zwaar weer. Hij is een
middelmatige docent aan een kleine universiteit en kan zijn hypotheek niet meer
opbrengen, bovendien werkt hij zijn jongere vriendin op haar zenuwen, en willen
zijn volwassen kinderen geen contact meer met hem. Maar zij hebben wél geld –
een klein fortuin dat Arthurs overleden vrouw Francine voor hem verborgen hield
toen ze nog leefde, en alleen aan de kinderen heeft nagelaten. Zoon Ethan leidt
een kluizenaarsbestaan in een chic appartement in Brooklyn en dochter Maggie
probeert onbaatzuchtig te zijn, maar dat lukt lang niet altijd. Arthur besluit
Ethan en Maggie bij hem thuis uit te nodigen om het weer goed te maken, maar
opent daarmee een doos van Pandora vol oud zeer en herinneringen.
De
weldoeners is een tragikomische roman over veranderende en verraderlijke
familieverhoudingen en de macht van geld. Ridker vestigt in één keer zijn naam
als Great American Novelist van een nieuwe literaire generatie.